English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word courtship

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
courtship
; ;
vrijage
;
vrijerij
(woo; romance)
het hof maken
; ;
(authoritative source; agency; authority; body; instance)
(courtyard; yard; patio);
(court of law); ;
🔗 A court in the eastern Pakistani city of Lahore has handed 16 civilians to the military for trial over their suspected involvement in violent protests this month following the arrest of former prime minister Imrān K̲h̲ān.
🔗 Suldrun looked across the chamber to where Casmir stood among the grandees of his court.

EnglishDutch
courtship hofmakerij; plaatsje; verkering; vrijage; vrijen; vrijerij
court baan; balderen; binnenkoer; binnenplaats; gerecht; gerechtshof; het hof maken; hof; hofhouding; hofje; hofstoet; koer; ontvangst aan het hof; plaats; plein; raad; rechtbank; rechtscollege; rechtszaal; rechtzitting; streven naar; uitlokken; verkering hebben; vrijen; zoeken