English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word bubble‐company

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
bubble
(bladder)
(limited liability)
besloten vennootschap
;
(gang; squad; band)
(partnership)
🔗 Oh, do we have company?

EnglishDutch
bubble‐company zwendelmaatschappij
bubble bedotten; bel; blaas; blaasje; bobbel; bobbelen; borrelen; bruisen; luchtbel; murmelen; overvloeien; pruttelen; zeepbel; zwendelarij
company bemanning; bezoek; compagnie; ensemble; firma; gasten; genootschap; gezelschap; maatschappij; omgaan; omgang; onderneming; troep; vendel; vennootschap; verkeren