English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word armour‐bearer

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
;
(cuirass; armour‐plating; harness); ;
rusting
(armour‐plate); ;
bearer

EnglishDutch
armour‐bearer schildknaap; wapendrager
armour bepantseren; bewapening; blinderen; harnas; pantser; pantseren; pantserwagens; rusting; tanks; wapenrusting; wapentuig
bearer bezorger; brenger; brenger dezes; drager; houder; lijfjongen; lijkdrager; moerbalk; overbrenger; steunpilaar; toonder