English–Afrikaans dictionary

Afrikaans translation of the English word stroke

English → Afrikaans
  
EnglishAfrikaans (translated indirectly)Esperanto
(caress; chuck; fondle; snog; soothe; pet)
(caress; chuck)
(blow; hit; strike; whack; jab; lash)

EnglishAfrikaans
stroke aai; aanslag; aanval; haal; hou; liefkoos; liefkosing; ’n streep trek; paai; raps; set; skoot; slag; slaglengte; slagroei; stoot; streel; streep; streling; stryk oor; trek
a good stroke of business ’n goeie slag
at a stroke met een slag
at one stroke of the pen met een pennestreep
be off one’s stroke van slag wees
on the stroke of six klokslag sesuur; op die kop sesuur
paralytic stroke aanval van beroerte
penalty stroke strafhou
put somebody off his stroke iemand van slag bring
stroke oar slagriem
stroke of apoplexy beroerte
stroke of genius geniale idee
stroke of lightning blikseminslag
stroke of luck gelukslag
backstroke handrug; rugslag; terugslag
breaststroke borshaal; borsslag
crawl‐stroke kruipslag
death‐stroke doodslag; genadeslag
downstroke afhou; afskuiwing; neerhaal
firing‐stroke kragslag; ontstekingslag
hair‐stroke ophaallyn
heat‐stroke hitteberoerte; hittesteek; sonsteek
hook‐stroke haakskoot
induction‐stroke inlaatslag
intake‐stroke suigslag
master‐stroke geniale set; meesterwerk
piston‐stroke suierslag
push‐stroke deurstoot
side‐stroke kanthou; syslag
sunstroke sonsteek; sonstraal
upstroke ophaal; opstreek
wing‐stroke vleuelslag