Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word zoeker

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
gunsight
;
🔗 Kevin keek door de zoeker van de camera.
🔗 Plotseling uitte een van de zoekers een kreet.
asylum seeker
; ; ;
take steps
; ; ;
set about
;
busy oneself about
;
try hard
;
exert oneself
;
(uitzien naar; zoeken naar);
look for
🔗 Zoek een vijl!
(gezoek; queeste; speurtocht);
🔗 Zelf nam hij geen deel aan het zoeken, maar hij bleef vlak bij Ritzy staan en hield hem met een pistool in bedwang, terwijl zijn beide assistenten de auto begonnen te doorzoeken.

DutchEnglish
zoeker finder; searcher; seeker; viewer; view‐finder
asielzoeker asylum seeker
eierzoeker egg‐hunter
fortuinzoeker fortune‐hunter; adventurer
goudzoeker gold‐digger; gold‐seeker
spanningzoeker electrician’s screwdriver
spoorzoeker tracker
twistzoeker quarrelsome fellow
zoeken court; delve; find; forage; fossick; grope; hunt; look for; nose for; pick; quest; seek; search; seek out; seek after; seek for