Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word zichzelf

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
themselves
si mem
🔗 Hij weet niets over zichzelf.
furious
;
ferocious
;
frenetic
;
frenzied
; ;
wrathful
🔗 Het is begrijpelijk dat hij buiten zichzelf was.
(afzonderlijk; apart; ter zijde; vaneen)
🔗 De zuurstofatomen verenigden zich ieder met twee waterstofatomen tot watermoleculen, die eveneens op zichzelf bleven bestaan.
op zichzelf
(op zich; per se; an sich)
; ;
🔗 Onderzoekt u het dan zelf!

DutchEnglish
zichzelf himself; itself; oneself; themselves
buiten zichzelf distraught; beside oneself
op zichzelf apart; in itself; individually; on its merits; on its own merits; per se; in its own right
zelf myself; oneself; themselves; itself; himself; herself; ourselves; yourself; yourselves