Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word waan

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(begoocheling)
illusion
🔗 Laat haar in die waan.
(paranoia)
(hallucinatie);
delusion
🔗 Ik kan me voorstellen dat Joost aan waanvoorstellingen lijdt.
(uitzinnigheid; krankzinnigheid; gekheid)
insanity
;
🔗 Dit is waanzin!
erarkredi
🔗 Waan je mij bot?

DutchEnglish
waan delusion; erroneous idea
iemand in de waan laten leave somebody under the impression
in de waan brengen lead to believe
in de waan verkeren dat be under a delusion that
uit de waan helpen undeceive
achtervolgingswaan persecution complex; persecution mania
eigenwaan self‐opinion; conceitedness; presumption
gewaand fancied; pretended; supposed; feigned
hoogmoedswaan delusion of grandeur; megalomania
rassewaan racism; racialism
waandenkbeeld fallacy
waanvoorstelling delusion; hallucination
waanwijs self‐conceited; opinionated
waanwijsheid self‐conceit
waanzin delirium; dementia; frenzy; madness; insanity
wanen fancy; think