Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word vrijheidsboom

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 Bomen of banken stonden er niet.
(baar; paal; schacht; schaft; spijl; staaf; stang); ;
🔗 Hij zag de rood‐witte bomen al.
🔗 Uit de cijfers blijkt ook dat de boom van de huizenmarkt alleen maar toe lijkt te nemen.
;
(vrijdom)
🔗 Hij vierde zijn vrijheid met drank en drugs.

DutchEnglish
vrijheidsboom tree of liberty
boom bar; beam; boom; tree; punting‐pole; barrier; shaft; pole
vrijheid disengagement; freedom; latitude; liberty; licence; scope