Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word vierkantswortel

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(wortel)
(carré; vak)
🔗 De emodzji was een geel vierkant met langs de kanten vier afbuigende strepen.
;
quadratic
🔗 Daarachter lag een grote vierkante kamer.
(radix)
(peen)
🔗 Vier telers en verkopers van wortelen krijgen samen ruim 2,5 miljoen euro boete vanwege ongeoorloofde afspraken over het verdelen van de markt.
;
radix
🔗 Bladeren en wortels ontbreken.

DutchEnglish
vierkantswortel square root
vierkant smack; smash; bang; blank; blankly; broadly; downright; flatly; four‐square; quadrate; quadratic; square; right; squarely; square‐built; roundly; thick‐set
wortel carrot; radical; radix; root