English | Dutch |
---|
smack | ⇆ doen klappen; ⇆ doen knallen; ⇆ geurtje; ⇆ heroïne; ⇆ ietsje; ⇆ junk; ⇆ klap; ⇆ klappen; ⇆ klapzoen; ⇆ klets; ⇆ knal; ⇆ knallen; ⇆ meppen; ⇆ pardoes; ⇆ pats; ⇆ smaakje; ⇆ smak; ⇆ smakken; ⇆ smakken met; ⇆ smakker; ⇆ smakzoen; ⇆ tikje; ⇆ tintje; ⇆ vierkant |
a big smack | ⇆ een dikke smakker |
have a smack at | ⇆ eens proberen |
have a smack at somebody | ⇆ iemand een veeg uit de pan geven |
have a smack of | ⇆ smaken naar |
smack in the eye | ⇆ klap in het gezicht; ⇆ terechtwijzing |
smack of | ⇆ iets hebben van; ⇆ rieken naar; ⇆ smaken naar |
smack one’s chops | ⇆ likkebaarden |
smack one’s lips | ⇆ likkebaarden; ⇆ met de lippen smakken; ⇆ smakken |
smack one’s lips over | ⇆ likkebaarden bij |
smacker | ⇆ dollar; ⇆ harde bal; ⇆ kanjer; ⇆ pond; ⇆ smakzoen |
smacking | ⇆ gesmak |