Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word verhouding

English/Dutch
Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(betrekking; verband);
🔗 „Helsse,” zei Reith, „beschrijf je verhouding tot Adam Reith.”
(evenredigheid; proportie; ratio); ;
🔗 Ether is niet in alle verhoudingen mengbaar met water, maar wel met alcohol.
(betrekking; relatie);
naar verhouding
(evenredig)
proportionally
proporcie
empirical formula
minimuma formulo
🔗 Wat is de verhoudingsformule van dat oxide?
verhoudingsgewijs
(evenredig)
proportional
;
commensurate
;
proportionate
proporcia
wanverhouding
(onevenredigheid)
imbalance

DutchEnglish
verhouding⇆ affair; ⇆ bearing; ⇆ liaison; ⇆ love affair; ⇆ proportion; ⇆ rate; ⇆ ratio; ⇆ relation; ⇆ relations; ⇆ relationship
buiten verhouding tot⇆ out of proportion to
een verhouding hebben met⇆ have an affair with
iets in de juiste verhouding zien⇆ see something in the right perspective; ⇆ see something in perspective
in geen verhouding staan tot⇆ bear no relation to; ⇆ be out of proportion to; ⇆ be out of all proportion to; ⇆ be totally disproportionate to
in verhouding tot⇆ in proportion to
naar verhouding⇆ proportionally; ⇆ proportionately; ⇆ comparatively; ⇆ relatively
naar verhouding van⇆ in proportion to
driehoeksverhouding⇆ eternal triangle; ⇆ triangular relationship; ⇆ three‐cornered love affair
verhoudingsformule⇆ empirical formula
verhoudingsgetal⇆ ratio
verhoudingsgewijs⇆ comparatively; ⇆ relatively; ⇆ proportionally
wanverhouding⇆ disproportion; ⇆ incongruity