Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word uitzwaaien

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(op; van; vanuit);
🔗 Hij liep snel het hotel uit.
(aan; door; met; om; van; vanwege; voor; wegens); ; ;
🔗 Dat deed hij uit berekening.
(over; voort; weg; verwijderd);
🔗 Zij zijn het grootste gedeelte van de dag uit.
;
🔗 De lampen waren uit.
mansigni
(slingeren; swingen)
brandish
; ;
🔗 Ik ben bang dat hij niet zoiets opvallends zal doen als zwaaien met zijn catalogus.
(slingeren)
sway
;
🔗 Conan sprong weg van de zwaaiende hellebaarden.
svingsaluti
(bengelen)

DutchEnglish
uitzwaaiensee off; wave goodbye
uitdone; for; forth; off; out; out of; over; through; in a spirit of; from; from among; in
zwaaienbrandish; swing; sway; wield