Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word uitvoerder

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
uitvoerder
(exporteren)
🔗 In 2022 voerde Nederland voor bijna 1,5 miljard euro aan eieren uit.
(maken);
🔗 Het geheel was uitgevoerd in zwaar hout en het was duidelijk dat het te omvangrijk was voor heer Bommels venster.
(spelen);
enact
(opknappen; verrichten; vervullen; voltrekken);
🔗 Ik heb een opdracht en die kom ik uitvoeren.
(bewerkstelligen)
effect
;
🔗 U wilt het plan dus toch nog uitvoeren?
(maken; doen; uithalen; uitrichten; verrichten); ;
🔗 Wat heb je vandaag uitgevoerd?

DutchEnglish
uitvoerder building supervisor; executer; performer
uitvoeren carry out; do; effect; effectuate; enforce; execute; export; fill; follow through; get up; implement; output; perform; put through; carry into effect; put into effect