Information about the word uitvoeren (Dutch → Esperanto: realigi)

Synonyms: bewerkstelligen, realiseren, verwerkelijken

Part of speechverb
Pronunciation/ˈœy̯tfuːrə(n)/
Hyphenationuit·voe·ren

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) voer uit(ik) voerde uit
(jij) voert uit(jij) voerde uit
(hij) voert uit(hij) voerde uit
(wij) voeren uit(wij) voerden uit
(jullie) voeren uit(jullie) voerden uit
(gij) voert uit(gij) voerdet uit
(zij) voeren uit(zij) voerden uit
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) uitvoere(dat ik) uitvoerde
(dat jij) uitvoere(dat jij) uitvoerde
(dat hij) uitvoere(dat hij) uitvoerde
(dat wij) uitvoeren(dat wij) uitvoerden
(dat jullie) uitvoeren(dat jullie) uitvoerden
(dat gij) uitvoeret(dat gij) uitvoerdet
(dat zij) uitvoeren(dat zij) uitvoerden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
voer uitvoert uit
Participles
Present participlePast participle
uitvoerend, uitvoerende(hebben) uitgevoerd

Usage samples

U wilt het plan dus toch nog uitvoeren?

Translations

Englisheffect; implement
Esperantorealigi
Frenchréaliser
Low Germanuutvoren
Papiamentorealisá
Polishrealizować
Portugueserealizar
Spanishrealizar
Swedishrealisera
West Frisianferwêzenlikje