Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word uitslag

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(huiduitslag)
(eruptie; uitbarsting)
(afloop; gevolg; resultaat; uitkomst; uitvloeisel);
🔗 Wij zullen hier de uitslag van de strijd afwachten.
(uitslag)
exanthema
;
eczema
election result
🔗 Ook heeft Giuliani al in meerdere rechtszaken de verkiezingsuitslag aangevochten.

DutchEnglish
uitslag brash; come‐off; decision; deflection; efflorescence; end; eruption; event; issue; mouldiness; outcome; rash; result; success
stille uitslag draught
einduitslag final score; end result; final result
examenuitslag examination result
huiduitslag brash; exanthema; rash; eruption; skin eruption
koortsuitslag cold sore
sportuitslagen sporting results
verkiezingsuitslag election result; election returns
warmte‐uitslag heat‐rash; prickly heat