Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word twistvraag

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(dispuut; redetwist; strijd; twistgesprek)
dispute
; ; ;
🔗 Philip Blake is na het ontbijt in huis gebleven en heeft een gedeelte van de twist gehoord.
(disputeren; redetwisten; strijden)
dispute
🔗 De anderen begonnen nu opnieuw te twisten.
tvisti
(kwestie);
🔗 Op beide vragen moet ik bevestigend antwoorden.
(aanvraag; aanzoek; verzoek)

DutchEnglish
twistvraag controversial question; issue; question at issue
twist altercation; brawl; broil; contention; contest; contestation; dispute; fray; quarrel; strife; twist; discord; argument
twisten altercate; brawl; contend; contest; debate; dispute; feud; quarrel; twist; wrangle
vraag call; demand; inquiry; interrogation; interrogatory; market; query; question; request