Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word thuisblijven
| Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
‐adi | ||
🔗 Zij bleven een ogenblik staan, van schrik blijkbaar. | ||
| (rusten; toeven; verblijven; zich ophouden) | ; ; ; ; ; | |
🔗 Blijft u lang? | ||
| ; ; | ||
🔗 Ondanks de terugtrekking blijft de regio Cherson Russisch, beweerde het Kremlin. | ||
at home | ||
🔗 Doen ze dat thuis ook? | ||
| (tehuis) | ||
🔗 Het was het grootste deel van haar leven haar thuis geweest, maar dat was voorbij. | ||
| (huiswaarts; naar huis) | ||
🔗 Het paard bracht haar thuis. | ||
| Dutch | English |
|---|---|
| thuisblijven | ⇆ stay at home; ⇆ stay in; ⇆ stop at home; ⇆ stop in |
| blijven | ⇆ bide; ⇆ continue; ⇆ endure; ⇆ go; ⇆ hang on; ⇆ keep; ⇆ persist; ⇆ remain; ⇆ rest; ⇆ stay; ⇆ stand; ⇆ stay on; ⇆ stick; ⇆ stop; ⇆ tarry; ⇆ be left; ⇆ continue to; ⇆ sit out |
| thuis | ⇆ at home; ⇆ fireside; ⇆ home; ⇆ home ground; ⇆ in |