Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word suikergast
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(zilvervisje) | ||
(introducé) | ; sojourner | |
🔗 Die man is mijn gast. | ||
(kerel; knul; sujet; vent) | ||
🔗 Wie zijn die gasten? | ||
🔗 Zij gaf ons suiker en tilde toen het dienblad op. | ||
(diabetes; suikerziekte) | ||
🔗 De dokter zegt dat ik suiker heb, dat mijn alvleesklier naar de knoppen is en dat mijn lever ook vol met gaten zit. |
Dutch | English |
---|---|
suikergast | ⇆ silverfish |
gast | ⇆ diner; ⇆ guest; ⇆ sojourner; ⇆ visitor; ⇆ fellow |
suiker | ⇆ sugar; ⇆ diabetes |