Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word stuurrad

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(stuurwiel; stuur)
steering‐wheel
;
driving‐wheel
🔗 Zijn handen klemden zich op het stuurrad.
(wiel)
wheel
🔗 Ik heb de raderen in beweging gezet.
(gauw; rap; snel; spoedig; vlug)
(schielijk; snel; vlug; rap)
(zenden)
🔗 We zullen iemand sturen.
(besturen);
🔗 De sturende heer bewolkte, en het was duidelijk dat een scherpe terechtwijzing hem op de tong lag.
(zenden)
🔗 Stuur ze deze twee hoofden, in een mooie kist.
(verzenden; zenden)
🔗 Ik stuur hem een telegram.

DutchEnglish
stuurrad driving‐wheel; steering‐wheel; wheel
aan het stuurrad at the wheel; behind the wheel
rad glib; voluble; wheel; slick; quick; quickly
sturen channel; con; drive; guide; head; pilot; pilotage; send; steer; sail; turn