Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word spaarbrief

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(epistel; zendbrief)
epistle
;
(epistel; missive; schrijven)
🔗 Schrijft u daar een brief?
(bezuinigen; uitsparen; uitwinnen; oversparen; opzij leggen; opsparen); ;
economize
🔗 Ze had nooit gespaard en het geld vlugger uitgegeven dan het binnenkwam.

DutchEnglish
spaarbrief saving certificate
brief epistle; letter; missive
rentespaarbrief mortgage bond
sparen collect; conserve; hoard; hoard up; husband; lay by; lay up; save; spare; set aside; economize