Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word smakelijk

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(lekker)
tasty
;
🔗 Vond je meesteres het smakelijk?
lively
;
(onverkwikkelijk)
disgusting
;
;
disgusting
;
nauseous
;
sickening
;
🔗 Mijn goede vriend Iolo, wat doet u hier in zulk onsmakelijk gezelschap?
good taste
; ;
liking
;
savour
;
🔗 Elsbessen hebben een zure smaak.
🔗 Hij at met smaak en rookte daarna enige sigaretten.

DutchEnglish
smakelijk flavorous; fruity; palatable; relishable; relishing; sapid; savourily; savoury; tastily; tasty; toothsome; with relish
smakelijk eten! have a nice meal!; enjoy your meal!
smakelijk lachen laugh heartily
onsmakelijk distasteful; unpalatable; unsavoury
smaak fancy; flavour; gust; gustation; gusto; liking; palate; relish; taste; zest; savour