Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word schrapen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
scarify
skarifiki
(krassen; schrabben; schrappen)
scrape
skrapi
🔗 Bob schraapte met een mes de resten van de zijkanten.
schraper
miser
;
niggard
;
skinflint
schraperig
(gierig; hebzuchtig; inhalig; vrekkig; hebberig)
stingy
(uitkrabben; uitvegen; uitvlakken; wegkrabben; wegschrappen)
erase
;
🔗 Toen schraapte hij de aarde weg en er kwam een steen voor de dag.

DutchEnglish
schrapen rake; scrape; scrub
de keel schrapen clear one’s throat; hawk
de moed bij elkaar schrapen muster up courage
zich de keel schrapen clear one’s throat
afschrapen scrape off; scrape
bijeenschrapen rake; rake up; scoop; scrape together; scratch together; scratch up
samenschrapen scrape together
schraapachtig scraping; stingy; covetous
schraapijzer scraper
schraapmes scraper
schraapsel scrapings
schraapzucht stinginess; covetousness
schrapend scraping
schraper scraper
schraperig grasping; money‐grubbling; scraping; stingy; covetous
uitschrapen scrape out