English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word hawk

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
hawk
(goshawk; accipiter)
hawk
(militant)
; ;
vechtjas
;
hawk
(peddle; sell door‐to‐door)
duck hawk
(peregrine; peregrine falcon)
Galápagos hawk
pigeon hawk
;
kolombofalko
river hawk
(osprey; seahawk; fish‐hawk; fish eagle)
fish‐hawk
(osprey; seahawk; river hawk; fish eagle)
goshawk
(hawk; accipiter)
hawker
(pedlar)
; ;
venter
(truculent; confrontational); ;
vechtlustig
🔗 Bolton has distinguished himself as one of America’s most hawkish and ineffective diplomats for decades.
hawk‐moth
(sphinx moth; sphinx)
;
hawksbeard
(darter)
simpetro
(osprey; river hawk; fish‐hawk; fish eagle)
sparrow‐hawk

EnglishDutch
hawk de keel schrapen; havik; leuren; leuren met; met valken jagen; rochelen; rondventen; uitstrooien; valk; venten; verspreiden
duck hawk slechtvalk
Galápagos hawk Galápagosbuizerd
hawk about rondventen; uitventen; venten
hawk up rochelen
know a hawk from a handsaw onderscheidingsvermogen hebben
neither hawk nor buzzard vlees noch vis
pigeon hawk dwergvalk; merlijn; smelleken; steenvalk
fish‐hawk visarend
goshawk havik
hawker koopman; kramer; leurder; marskramer; rondventer; straatventer; valkenier; venter
hawk‐eyed met haviksogen; scherpziend
hawking valkejacht
hawk‐moth pijlstaart; pijlstaartvlinder
hawk‐nose arendsneus; haviksneus
hawk‐nosed met een arendsneus; met een haviksneus
hawksbeard streepzaad
meadowhawk heidelibel
nighthawk geitenmelker; nachtzwaluw
seahawk visarend
sparrow‐hawk sperwer