Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word scheerriem

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
scheerriem
;
(roeiriem; roeispaan)
oar
🔗 Hij pakte de riemen en legde ze in de dollen.
; ;
thong
🔗 Ik weet niet of de riem je zal houden!
ream
🔗 Zij was negenennegentig en had een halve eeuw lang riemen papier met goede raadgevingen gevuld.
(ceintuur; gordel);
girdle
skim
pasi preskaŭtuŝe
🔗 Boven hun hoofden scheerden de adelaars.
shave
🔗 Hij ging naar de kapper in het aangrenzende gebouw, liet zich scheren en stak toen de straat over om te gaan ontbijten.
(knippen);
shear
warp
varpi

DutchEnglish
scheerriem razor‐strop; shaving‐strop; strop
riem sling; belt; brace; couple; lanyard; lead; leash; oar; ream; strap; thong; girdle
scheren barb; clip; fleece; shave; shaving; shear; shoot; skim; reeve; warp