English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word warp

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
warp
(contort; distort; mangle; wrest; wring; wrench; rick)
warp
(mangle; squirm; wriggle; writhe)
;
zich kronkelen
;
warp
schering
warp
warp
varpi

EnglishDutch
warp afwijking; bemesten; doen kromtrekken; een verkeerde richting geven aan; geestelijke afwijking; ketting; kettingdraad; kromtrekken; kromtrekking; ontzetten; scheren; schering; trekken; verdraaien; vervorming
warp and weft schering en inslag
warp and woof schering en inslag
warped scheluw