Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word schandaal

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(aanstoot)
🔗 Dit is een schandaal!
scandaleus
(ergerlijk; schandalig; schandelijk)
offensive
(sensatiepers; boulevardpers);
yellow press
(ergerlijk; scandaleus; schandelijk)
offensive
🔗 Dat is een schandalige grap!
sex scandal
🔗 Lokale verkiezingen in elf Italiaanse provincies zullen maandag duidelijk maken of het seksschandaal rond de minderjarige Ruby en de corruptieprocessen gevolgen hebben voor de partij van de Italiaanse premier Silvio Berlusconi.

DutchEnglish
schandaal disgrace; row; scandal; shame
scandaleus scandalous; outrageous
schandaalblad scandal sheet
schandaalkrant tabloid
schandaalpers gutter press; yellow press; scandal press
schandalig criminal; flagitious; flagrant; reproachful; shockingly; sinful; disgraceful; scandalous; shameful; scandalously; disgracefully; shamefully