Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word rondreizen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(rondtrekken); ;
wander about
;
🔗 Hij reist hier in de streek rond.
; ;
voyage
;
🔗 Hoe reist u gewoonlijk naar Settra?
(gereis)
travelling
🔗 Reizen maakt een mens hongerig.
completed
🔗 „De arrestatie zal natuurlijk pas verricht worden”, zei hij, „als onze zaak tegen meneer Tannahill rond is.”
(gevuld)
🔗 Een paar squaws brachten een paar ronde potten die zij aan de voeten van de medicijnman neerzetten.
(om; omstreeks; rondom; om … heen)
🔗 Hij voelde opeens een beklemming rond zijn hart.
; ;
🔗 De zaak rond een zwijggeldbetaling aan Stormy Daniels dateert uit de tijd voor Trumps presidentschap.
(ongeveer; om en nabij)
(rondtrekkend)
itinerant
migranta

DutchEnglish
rondreizen be on the road; itinerate; travel about
reizen go places; itinerate; journey; travel; be on the road; travelling; trek; voyage
rond around; bluff; circular; downright; even; orbed; round; rotund; roundabout; roundly; full; straight; completed; settled; frankly; plainly; bluntly
rondreisbiljet circular ticket
rondreizend itinerant; peripatetic; strolling; touring