Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word rijdraad

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
wire
🔗 Een toestel wordt via twee draden van elk 0,25 Ω weerstand aangesloten op een spanning van 220 V.
(garen);
🔗 Langzaam reden wij langs het water verder.
(gaan; karren); ;
🔗 Ik zou niet graag in dat oude wagentje rijden dat u daar hebt!
(chaufferen; vervoeren)
🔗 Daarna kan ik jou naar het vliegveld rijden.
🔗 De volgende morgen immers zou er een tocht worden gereden van Haarlem naar Hoorn en van Hoorn weer terug naar Haarlem, samen een goede 120 km.
(rijtoer)
riding
🔗 Ik zag ze toen ik uit rijden was.

DutchEnglish
rijdraad contact wire; overhead contact wire
draad clew; filament; grain; ply; wire; string; thread; yarn; staple; rope; stitch; fibre
rijden do; drive; driving; ride; riding; roll; run; travel; wheel; move; pull