Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word richtingwijzer
| Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
| (richtingaanwijzer) | direction‐indicator ; traffic indicator ; trafficator | |
🔗 Het was duidelijk dat deze richtingwijzer hen in een opgewonden stemming bracht. | ||
| (stroming; tendens; trend) | ||
| (kant; leiding) | direction ; ; | |
🔗 Hij kwam een stap in mijn richting. | ||
🔗 De wijzers van de klok staan op één uur. | ||
| Dutch | English |
|---|---|
| richtingwijzer | ⇆ direction‐post |
| richting | ⇆ bearing; ⇆ bent; ⇆ creed; ⇆ determination; ⇆ direction; ⇆ persuasion; ⇆ trend; ⇆ way; ⇆ school; ⇆ school of thought; ⇆ set; ⇆ tack; ⇆ tenor; ⇆ turn; ⇆ orientation; ⇆ views; ⇆ line; ⇆ in the direction of |
| wijzer | ⇆ clock‐hand; ⇆ exponent; ⇆ hand; ⇆ index; ⇆ pointer |