Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word remmen

English/Dutch
Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(afremmen)
🔗 Ik remde en stapte uit.
(remmen)
🔗 De lift remde af om te stoppen bij de 21e verdieping.
🔗 Hij keek naar buiten, waar zijn aandacht werd getrokken door het geluid van gierende remmen.
(remschoen); ; ;
sprag
(remblok); ;
(remblok; remschoen); ; ;
sprag
;

DutchEnglish
remmen⇆ brake; ⇆ inhibit; ⇆ put a brake on; ⇆ put on the brake; ⇆ put on the brakes; ⇆ put on the drag
hij is niet te remmen⇆ there is no holding him
afremmen⇆ slow; ⇆ slow down; ⇆ slow up; ⇆ fish‐tail; ⇆ stay; ⇆ put a brake on; ⇆ put on the brake; ⇆ put on the brakes
geremd⇆ inhibited
rem⇆ brake; ⇆ drag; ⇆ inhibition; ⇆ stay
remafstand⇆ stopping distance; ⇆ braking distance
remblok⇆ trig; ⇆ sprag; ⇆ friction‐block; ⇆ brake‐block; ⇆ drag; ⇆ skid
remcircuit⇆ braking unit
remgeld⇆ patients’ contributions towards medical services
remlicht⇆ stop light; ⇆ brake‐light
remmend⇆ inhibitory
remmer⇆ brakesman
remming⇆ inhibition
rempaardekracht⇆ brake horsepower; ⇆ BHP
remparachute⇆ drogue
rempedaal⇆ brake; ⇆ brake‐pedal; ⇆ foot brake
remraket⇆ retro‐rocket
remschoen⇆ drag; ⇆ shoe; ⇆ skid; ⇆ drag‐shoe; ⇆ brake‐shoe
remsysteem⇆ braking system
remtoestel⇆ brake; ⇆ brakes
remvermogen⇆ braking power
remweg⇆ braking path; ⇆ braking distance