Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word prop

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(klomp; klont; kluit);
wad
🔗 Hij raakte half verdoofd door de klap waarmee hij viel en hij was niet in staat zich te verweren toen het touw om hem heen werd gewikkeld en er een prop in zijn mond werd gestopt.
(plug; stop; tap)
plug
;
🔗 Toen de prop plotseling losschoot, stroomde het vloeibaar ijzer de werkplaats binnen, waardoor zes werklieden brandwonden opliepen.
; ; ;
elicit
🔗 Ik verwacht dat kolonel Race wel met iets interessants over Despards op de proppen zal komen.
(volproppen; volstoppen)
cram
plenŝtopi
🔗 Met een gelaten knikje propte hij het ding in zijn zak.

DutchEnglish
prop bung; cork; dumpy person; gag; lump; pellet; plug; roly poly; stop; stopper; stopple; tampion; wad; wadding
op de proppen komen turn up
op de proppen komen met come up with; trot out; come out with
bloedprop thrombus; blood‐clot; clot of blood
mondprop gag
propje pellet
proppen cram