Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word overtreding

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(schending)
infringement
🔗 Hij stapte in het dienstautootje van de ambtenaar en reed met hem naar de plek van de overtreding.
(schenden)
contravene
; ;
🔗 Hij is helemaal de man niet om de wet te overtreden.
(inbreuk maken op)
transgress
;
malobei

DutchEnglish
overtreding breach; contravention; delinquency; error; foul; infraction; infringement; malfeasance; misprision; offence; transgression; trespass
overtreden break; break through; contravene; disobey; infringe; infringe upon; offend against; transgress
verkeersovertreding road offence; traffic offence