Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word openstaan

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 Op goed geluk holde ze een openstaand vertrek binnen.
(vaceren)
be vacant
vaki
🔗 De deur is open, maar niet voor lange tijd.
(onverholen; rondborstig);
overt
(leeg; onbezet; vrij);
(onbedekt)
🔗 Het postkantoor was nog open.
🔗 Daar staat een wagen!
aspektigi
🔗 Zou hij mij goed staan?
🔗 Wat sta je daar te loeren?
vesti
🔗 Samen staan we sterker.

DutchEnglish
openstaan be open; be vacant
open above‐board; barely; blank; bleak; demonstrative; exposed; free; ope; open; open‐ended; overt; patent; unsealed; vacant; up‐front; sore; sliding; openly
staan stand; standing; set; suit; be; sleep; become; point