Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word openingszet

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(bres; gaping)
jaws
;
maw
; ;
muzzle
;
tunnel
;
opening
🔗 Er moest dus een opening zijn.
🔗 Ik vermoed dat ze niet op de hoogte waren van die zet.
(beweging)
🔗 Is deze zet nooit eerder toegepast?
(douw; drang; duw; stoot)

DutchEnglish
openingszet opening move
opening aperture; chink; egress; gap; hole; inlet; interstice; opening; orifice; overture; port; vent; ventage
zet coup; move; push; shove