Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word oogwenk

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
; ;
🔗 In een oogwenk zouden daar beneden ook vijanden zijn.
🔗 Ik knipperde met de ogen.
(punt; spikkel; stip);
(kiem)
;
reminder
(blijk; merkteken; teken)
🔗 Hij gaf mij een wenk en liet de plank vallen.
(suggestie; tip);
hint

DutchEnglish
oogwenk wink
in een oogwenk in a flash; in double‐quick time; in a twinkling of an eye; in the twinkling of an eye; in no time; in a jiffy; before one can say knife; before one can say Jack Robinson
oog eye; grommet; grummet; orb; pip; point; spot
wenk beck; cue; hint; intimation; monition; nod; sign; suggestion; tip; tip‐off