Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word korte broek
| Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
korte broek | shorts | |
korte broek | shorts | |
shorts ; short pants ; knee‐breeches ; culottes | ||
| ; ; ; ; fen ; marshland ; morass ; quag ; quagmire ; | ||
🔗 Terwijl J.T. Maston deze woorden uitsprak, had Michel Ardan zonder hem te onderbreken zijn wijde broek aangetrokken en nog geen twee minuten later ijlden de beide vrienden zo snel als hun benen hen dragen konden door de buitenwijken van Tampa Town. | ||
shorts ; short pants | ||
| (beknopt; bondig; kernachtig; summier) | concise ; ; | |
🔗 Ik zal het zo kort mogelijk houden. | ||
🔗 Tully was korter dan hijzelf en had kortere armen. | ||
| (kortstondig) | ||
🔗 Na een naar Pucs mening veel te korte tijd gingen ze weer op pad. | ||
| Dutch | English |
|---|---|
| korte broek | ⇆ shorts |
| broek | ⇆ breech; ⇆ breeching; ⇆ breechs‐buoy; ⇆ pair of trousers; ⇆ trousers |
| kort | ⇆ brief; ⇆ briefly; ⇆ choppy; ⇆ close; ⇆ compendious; ⇆ compendiously; ⇆ concise; ⇆ curt; ⇆ short; ⇆ terse; ⇆ shortly; ⇆ succinct; ⇆ summary |