Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word klep

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(schuif)
valve
;
flap
; ;
🔗 Het was een oud bureau met een klep, een antiek meubelstuk.
flap
(vizier);
visor
valve
veiligheidsklep
safety valve

DutchEnglish
klep damper; flap; fly; key; leaf; peak; piston; stop; trap; valve; ventil; visor
gasklep choke
hartklep cardiac valve; heart valve; suction‐valve
inlaatklep inlet‐valve; intake‐valve
keerklep check‐valve
kleppen tittle‐tattle; toll; clack; clap
klepstoter tappet
kopklep overhead valve
laadklep tail‐board
luchtklep air‐trap; vacuum valve; air‐valve
oorklep tab; ear‐flap
regelklep regulator valve
schuifklep sliding valve; slide‐valve
smoorklep throttle; throttle‐valve
stoomklep steam‐valve
terugslagklep check‐valve
uitlaatklep escape‐valve; outlet; safety valve; exhaust‐valve
valklep trap‐valve
veiligheidsklep safety valve; escape‐valve
ventielklep valve
verdeelklep distribution valve
vizierklep leaf