Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word kantoorbediende

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(bediende)
(kantoorbediende; winkelbediende);
🔗 De andere bedienden keken met afgunst naar Hans, die meer van die overval wist dan zij.
(dienaar; dienstknecht; knecht; gedienstige)
servant
; ;
man‐servant
🔗 Dat was echter te veel voor de trouwe bediende.
(dienares; dienstbode; dienstmaagd; dienstmeid; meid; gedienstige)
servant
🔗 Terwijl de bedienden het vertrek verlieten, werden ze bij de deur gepasseerd door Janek Ulsenn, die de kamer binnenkwam.
(bureau)
🔗 Hij vraagt of je op zijn kantoor wil komen.
(bureau; bureel);
🔗 Jij wil van kantoor af en ik wil van de eenzaamheid af.

DutchEnglish
kantoorbediende clerk; office clerk; white‐collar worker
bediende attendant; clerk; domestic; employee; gillie; groom; henchman; man; man‐servant; menial; retainer; valet; varlet; servant; servitor; waiter; waitress; assistant
kantoor bureau; chamber; counting‐house; office; place