Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word jaargetijde

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(jaargetij; seizoen)
🔗 In dit jaargetijde moeten wij aan anderen denken.
🔗 Elk jaar nemen de kosten toe.
🔗 Ze kan 500 tot 600 jaar oud worden.
🔗 Vier jaren later werd een zoon geboren.

DutchEnglish
jaargetijde season
jaar year; twelvemonth