English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word year

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
🔗 A big victory for the government before the end of the year would doubtless be welcome.
🔗 All Russian men aged 18–27 must serve one year in the military but a large share avoids the draught for health reasons or deferments granted to university students
Chinees nieuwjaar
🔗 Mr. Siddle and his family travelled to Wǔhàn to spend Chinese New Year with relatives.
fiscal year
for years
lunar year
luna jaro
New Year’s Day
New Year’s Eve
New Year’s Eve
;
half‐year
(semester)
;
leap‐year
schrikkeljaar
lightyear
(annual)
🔗 The yearly speech took place on Thursday at Cape Town City Hall, instead of the usual location of parliament, for the first time in its history.
yearly
(annually)

EnglishDutch
yearjaar; jaartal
at the turn of the yearbij de jaarwisseling; in het begin van het jaar
at this time of the yearin deze tijd van het jaar
at this time of yearin deze tijd van het jaar
be getting on in yearsop jaren komen; op leeftijd komen
be well on in yearsop jaren zijn
calendar yearkalenderjaar
college yearsstudentenjaren
every other yearom het andere jaar
every yearjaarlijks; van jaar tot jaar
fiscal yearbelastingjaar; boekjaar; dienstjaar
for many years to cometot in lengte van dagen
for yearsjarenlang
for years and yearssinds jaar en dag
from year’s end to year’s endvan jaar tot jaar
in a yearover een jaar
in the year onein het jaar nul
jubilee yearjubeljaar; kroonjaar
lunar yearmaanjaar
memorial yeargedenkjaar
New Yearnieuwjaar
New Year’s cardnieuwjaarskaart
New Year’s Daynieuwjaarsdag; oudejaarsdag
New Year’s Eveoudejaar; oudejaarsavond; oudjaarsavond
New Year’s wishnieuwjaarswens
official yearbestuursjaar; dienstjaar
once a yeareens per jaar
peak yeartopjaar
sabbatical yearsabbatjaar; sabbatsjaar; verlofjaar
scholastic yearschooljaar
school yearschooljaar
sideral yearsterrejaar
turn of the yearjaarwisseling
vintage yearbijzonder jaar; goed wijnjaar
with the yearsmet de jaren
year by yearjaar op jaar
year in, year outjaar in, jaar uit
year of birthgeboortejaar
year’s mindjaardienst
half‐yearhalf jaar
leap‐yearschrikkeljaar
lightyearlichtjaar
man‐yearmanjaar
moon‐yearmaanjaar
yearlyjaarlijks; jaar‐
yesteryearvorig jaar