Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word huiszoeking

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(huiszoekingsbevel)
search‐warrant
🔗 Hebt u een bevel tot huiszoeking?
🔗 Zeker 40.000 huizen in de hoofdstad Manilla zijn verwoest.
🔗 Er moet hier in huis veel veranderen.
(bevel tot huiszoeking)
search‐warrant
🔗 In vliegende vaart werd er iemand weggestuurd om de huiszoekingsbevelen te halen.

DutchEnglish
huiszoeking domiciliary visit; house search; search of the house
bevel tot huiszoeking search‐warrant
huis establishment; home; house; housing; place; premises; residence; tenement
huiszoekingsbevel search‐warrant