Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word hoofdredacteur

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
editor
🔗 Dat moet de hoofdredacteur doen.
(kop)
🔗 De dokter schudde het hoofd.
(rubriek)
heading
(opschrift)
superscription
;
inscription
(aanvoerder; baas; chef; hoofdman; leider); ;
🔗 Hoe lang is meneer Price al het hoofd van de bibliotheek?
editor
🔗 Hij moet worden aangenomen als speciale redacteur, als iemand die werkt wanneer en waar hij wil, zonder belemmeringen.

DutchEnglish
hoofdredacteur chief editor; editor; editor‐in‐chief
hoofd chief; chieftain; crown; don; executive; forewoman; head; heading; headline; master; mistress; noddle; principal; warden; top; loaf; knob; nut; leader; headlines
redacteur editor; redactor