Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word heerlijkheid

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(glans; pracht; schittering)
gloss
;
sheen
; ;
glow
;
radiance
; ;
🔗 Het geld dat hier in alle heerlijkheid getoond wordt, zal in de loop van het verhaal bedreigd worden.
(kostelijk; overheerlijk)
delicious
(leuk);
pleasant
;
enjoyable
🔗 Een heerlijk uitstapje was dit.
(beeldig; verrukkelijk)
delightful
;
lovely

DutchEnglish
heerlijkheid glory; grandeur; lordship; magnificence; manor; seigniory; splendour
heerlijk ambrosial; delectable; delicious; deliciously; delightful; glorious; gloriously; good; great; heavenly; luscious; manorial; spanking; yummy; splendid; scrumptious; topping; lovely; divine; seigniorial