Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word heelhuids
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(geheel) | ||
(volkomen; volledig; volslagen; voltallig; vol) | ; | |
(onbeschadigd) | unbroken | nerompita |
(gaaf; intact; onbeschadigd) | intact | |
(danig; erg; gans; zeer) | ; | |
🔗 Het is heel eigenaardig. | ||
(gans; geheel; vol; volkomen; volslagen) | ; | |
🔗 Ik beefde over mijn hele lichaam. | ||
(dierevel; pels; vacht; vel) | ; ; ; | |
🔗 Hun kledij was gemaakt van de huiden van vogels en het dorp scheen maar weinig beschaafde gemakken te bieden te hebben. | ||
(vel) | ; | |
🔗 Hij nam haar in zijn armen en liep zo naar buiten, zich bewust van de warmte van haar huid en de zachtheid van haar soepele jonge lichaam tegen het zijne. |
Dutch | English |
---|---|
heelhuids | ⇆ unscathed; ⇆ unwounded; ⇆ with a whole skin |
heel | ⇆ all; ⇆ entire; ⇆ full; ⇆ hale; ⇆ intact; ⇆ jolly; ⇆ quite; ⇆ total; ⇆ very; ⇆ whole |
huid | ⇆ coat; ⇆ fell; ⇆ hide; ⇆ pelt; ⇆ skin |