Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word grootte

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(omvang; uitgebreidheid);
extent
(grootheid);
(maat; mate)
measure
;
measurement
;
🔗 Wanneer de grootte en de hoeveelheid van de producten op de indiaanse akkers een aanwijzing vormden, dan waren die Seneca’s betere landbouwers dan de meeste kolonisten.
the size of
tiel ampleksa kiel
🔗 De komende decennia zullen wilde Siberische tijgers vanuit het Russische Verre Oosten worden overgebracht naar een gebied ter grootte van de provincie Gelderland.

DutchEnglish
grootte ampleness; bigness; bulk; bulkiness; dimension; extent; greatness; height; largeness; magnitude; size; stature
in deze grootte of this size
ter grootte van the size of
gezinsgrootte family size