Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word gezag
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(autoriteit) | ||
(autoriteit) | ||
🔗 Het ontbreken van gezag leidt ertoe dat dzjihadisten er vrij spel hebben. | ||
(autoriteit) | glamour ; | |
(mogendheid; macht) | ||
(autoriteit) | ||
🔗 De baas van het Russische Wagner‐huurlingenleger Evgenij Prigožin zegt dat hij weigert zijn manschappen onder gezag van het ministerie van defensie te brengen zolang Sergej Šojgu daar minister is. | ||
authoritative | ||
law‐abiding | leĝobservanta | |
🔗 Mijn was het nog, gezagsgetrouw. | ||
(kapitein; scheepskapitein; schipper) | ; | |
🔗 De stalen deur viel dicht en de gezagvoerder was weer alleen. | ||
(aanvoerder; baas; chef; gebieder) | ||
(opperheerschappij; soevereiniteit) |
Dutch | English |
---|---|
gezag | ⇆ authority; ⇆ credit; ⇆ power |
gezag hebben over | ⇆ command |
het gezag voeren over | ⇆ command |
op eigen gezag | ⇆ on one ’s own authority |
gezagdrager | ⇆ authority |
gezaghebbend | ⇆ authoritative; ⇆ authoritatively |
gezaghebber | ⇆ director; ⇆ administrator |
gezagscrisis | ⇆ crisis of authority |
gezagsdrager | ⇆ authority; ⇆ syndic |
gezagsgetrouw | ⇆ law‐abiding |
gezagvoerder | ⇆ captain; ⇆ master; ⇆ master mariner; ⇆ chief pilot |
leergezag | ⇆ teaching authority |
oppergezag | ⇆ sovereignty; ⇆ supremacy; ⇆ supreme authority |