Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word geraas

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(kabaal; lawaai; leven; rumoer);
🔗 Het geraas van de motoren brak eenklaps af toen hij het gas afsloot.
(tieren; uitvaren; tekeergaan)
rage
;
rave
;
🔗 Een enorme tornado raasde woensdag door de Chinese stad Kāiyuán.
(gonzen; snorren; suizen);
hum
;
zoom
;
whir
;
zing
🔗 Daar wachtte hij geduldig tot het water op het potkacheltje begon te razen en schonk het koffiepotje vol.

DutchEnglish
geraas bluster; blustering; bruit; crash; din; hubbub; hurly‐burly; noise; roar; roaring; rush
razen bluster; brawl; huff; rage; rave; roar; vociferate; storm; tear; sing