Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word geneigd

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(genegen; gezind);
disposed
(neigen)
incline
🔗 Hij was geneigd te denken dat Mary Dove de waarheid sprak toen ze zei dat ze een man in de tuin had gezien.
(neiging)
inclination
have a tendency
;
tend
;
be inclined
;
be apt to
🔗 „Mogelijk,” zei Mowgli, met een heel onaangename trek op het gelaat, „maar vanavond ben ik daar toch helemaal niet toe geneigd.”
(geneigd zijn)
incline
(buigen; doen overhellen);
incline

DutchEnglish
geneigd apt; disposed; given; inclinable; liable
geneigd zijn incline
geneigdheid aptitude; aptness; inclination; disposition; proneness; propensity
neigen incline; lean; trend; bend
ongeneigd adverse; unwilling; disinclined