Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word geiteleer

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
goatskin
🔗 Twee waterzakken van geiteleer lagen naast hem.
🔗 De geiten waren blij haar te zien.
🔗 Er moest water uit de rivier worden gehaald en brood worden gebakken, geiten moesten worden gemolken en akkers geschoffeld en ook andere dagelijkse werkzaamheden moesten worden verricht.
domestic goat
🔗 Op het kleine Italiaanse eiland Alicudi leven zo veel geiten dat ze overlast veroorzaken.
(doctrine; geloofsleer)
doctrine
;
tenet
🔗 Dat zijn allemaal ketters en hun leer is vals!
(leder)
🔗 Voor het altaar lagen twee zakken van oud leer.

DutchEnglish
geiteleer doeskin; goatskin; kid
geit goat; nanny; nanny‐goat; she‐goat; domestic goat
leer apprenticeship; doctrine; ism; leather; teaching; teachings; tenet; ladder; theory