Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word doodschieten

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(fusilleren);
🔗 Waarom zou ik jou niet doodschieten?
🔗 Een man die wordt verdacht van het doodschieten van vijf buren is in de nacht van dinsdag op woensdag gearresteerd in de Amerikaanse staat Texas.
(vuren);
🔗 Toen was hij klaar om te schieten.
(schietpartij; vuren);
🔗 Op die manier ging er een uur voorbij met schieten.
kiki
🔗 Els schoot vervolgens meteen de bal in het doel—0–3.

DutchEnglish
doodschieten shoot; shoot dead; shooting
schieten bag; bang; biff; cannon; dart; fire; flash; gun; pound; shoot; rush; send; shooting; sweep; whisk; dash